6 soorten wonden: hoe verzorgen
De 3 stappen van wondverzorging zijn de wonde wassen, ontsmetten en beschermen. Maar er zijn verschillende soorten wonden en die vragen elk om een specifieke verzorging. Met ons advies zorg jij voor de ideale omstandigheden voor een snelle genezing en vermijd je infecties.
Schaafwonden
Een schaafwonde is een oppervlakkige wonde waarbij enkel de bovenste huidlaag afgeschaafd is. Over het algemeen geneest een schaafwonde vrij snel en zonder problemen. Een niet lekkende schaafwonde mag onbedekt aan de lucht drogen. Bij pijn of wrijving door je kleren kan je ervoor kiezen om toch een verband aan te brengen. Let hierbij op dat deze niet in de wonde gaat kleven. Gebruik een wondhelende gel om de genezing te bevorderen.
Snijwonden
Bij een snijwonde is de samenhang van de huid verbroken door een scherp voorwerp. Hierbij kunnen verschillende bloedvaten doorgesneden zijn, daarom bloedt een snijwonde doorgaans fel. De wonde reinig je best met lauw water en zeep. Wanneer de wonde groter is dan 1 cm en de wondranden niet tegen elkaar liggen of wanneer de snee zich op een ‘esthetische’ plaats bevindt, raadpleeg je best een arts. Ook wanneer het een diepe snijwonde is waarbij onderliggend weefsel geraakt is of wanneer er veel bloedverlies is, moet je uiteraard een arts (met spoed) raadplegen.
Steekwonden
Bij een steekwonde doorboort een scherp voorwerp de huid. Hoewel een steekwonde over het algemeen niet erg bloedt, is het risico op een infectie redelijk groot. Het is daarom belangrijk om bij de eerste tekenen van ontsteking (bv. roodheid, pijn, zwelling, warmte, kloppend gevoel) een arts te raadplegen. Om het risico op infectie te verminderen, moet je een steekwonde zeker ontsmetten.
Bijtwonden
Een bijtwonde wordt veroorzaakt door een beet van een dier of een mens. Bij elke bijtwond is er kans op infectie. Alle bijtwonden behandel je dus best als een besmette wonde. Spoel de wonde uitgebreid met lauw warm water en reinig met zeep. Vervolgens ontsmet je de wonde. Bij een bijtwonde raden we aan om een arts te raadplegen. Die kan oordelen of er preventief een antibioticakuur nodig is.
Brandwonden
Bij een brandwonde is het belangrijk om de wonde onmiddellijk af te koelen. Dit doe je door er gedurende 20 minuten water op kamertemperatuur op te laten stromen. Brandwonden verdelen we in drie graden, op basis van de ernst van het letsel.
- Eerste graad: dit zijn de lichtste brandwonden. De huid is rood, pijnlijk, soms licht gezwollen, maar vertoont geen blaren.
- Tweede graad: de huid is rozerood, glanzend en met blaren.
- Derde graad: de huid is witgeel, bruin, zwart.
Blaren
Blaren prik je best niet open, omdat je zo het besmettingsgevaar vergroot. Ze mogen wel opengeprikt worden wanneer ze groot zijn of veel pijn doen. Prik de blaar met een steriele naald (eenmalig gebruikt) of met een steriel gemaakte naald (met een vlam) in de basis van de blaar op verschillende plaatsen. Hou hierbij de naald evenwijdig met de huid. Duw met een steriel kompres het vocht uit de blaar, maar verwijder de huid niet. Indien de blaar al open is, ontsmet je de blaar, maar verwijder de huid niet. Dek de blaar hierna af met een beschermend verband.